|

Smederijen op de Molenweg

Smederijen op de Molenweg
©: Collectie mw. G.H.M. de Geest

Wim Becker (1781-1845) was meesterknecht op de smederij van Johannes Bringenberg (1751-1810) op de (Anthonis) Brink. In 1829 begon Wim Becker zijn eigen smederij in een daglonerswoning op de Molenweg, die hij huurde van Jacomina Bringenberg (1776-1854). De smederij lag aan het begin van de Molenweg op nummer 29 en had als bijnaam ‘t Oortje (vernoemd naar de oude boomgaard die daar lag). Op dezelfde plek was tot december 2019 de Hubo doe-het-zelf winkel van Derk Frederiks gevestigd.

Na het overlijden van Wim Becker in 1845 werd de smederij overgenomen door Gijsbert de Heus (1809-1878). Gijsbert de Heus woonde in De Bilt en was werkzaam bij Wim Becker als smidsknecht. Hij trouwde met de dochter van zijn baas. Na Gijsbert de Heus is de smederij tot ongeveer 1880 in handen geweest van Pieter Rikkelman (1849-1934). Ook Pieter Rikkelman was smidsknecht, ook hij trouwde met de dochter van zijn baas, Gijsbert de Heus.

In 1866 was er op de Molenweg, net voorbij de molen een nieuwe smederij van de meestersmid Cornelis Roodvoets (1830-1892). De zaken gingen goed en in maart 1866 vroeg hij om een smidsknecht en ‘eenigzins bekend met het boerenwerk en het beslaan van paarden’. Bij de geboorte van zijn zoon Adrianus Roodvoets in 1855 stond Cornelis al genoteerd op de geboorteakte als hoefsmid te Bunnik. De smederij was een goed lopend bedrijf en volgens opgave in 1887 waren er 4 arbeiders in dienst.

Cornelis Roodvoets kreeg totaal 15 kinderen, waarvan er 3 vroegtijdig overlijden. Cornelis werd maar 62 jaar en na zijn overlijden namen zijn zoons het werk in de smederij over. De vrouw van Cornelis, Willemina van Raven, nam de zakelijk leiding. Ook in 1898 werd een smidsknecht gevraagd die bekwaam is in het hoefbeslag en in het boerenwerk. Hiervoor kon er geïnformeerd worden bij de weduwe van C. Roodvoets.

Zijn zoon Cornelis Roodvoets (1863-1921) doet aangifte van het overlijden en als beroep wordt omschreven ‘grof en hoefsmid’. Van de 9 broers blijven alleen Cornelis en zijn broer Jacob Jan Roodvoets (1868-1956) werken op de smederij als smid. Jacob Jan blijft op de smederij wonen en zijn broer Cornelis verhuist naar Utrecht. Jacob Jan Roodvoets is behalve meestersmid ook gemeente-ontvanger en Kerkvoogd bij de N.H. Kerk in Bunnik.(1901)

Jacob Jan Roodvoets had geen kinderen om de smederij over te nemen. De smederij wordt overgenomen door één van de smidsknechten, Derk de Geest (1878-1965). Derk was op 15 jarige leeftijd in 1893 in dienst getreden bij smederij Roodvoets. In 1924 neemt hij het bedrijf over onder de naam `Smederij de Geest`, dat later de toevoeging `& zoon` kreeg. (Lees Smederij De Geest).

Jacob Jan Roodvoets overlijdt in 1956 en zijn graf op de algemene begraafplaats in Bunnik wordt gekenmerkt door een smeedhek om zijn graf.

Colofon

Auteur: Peter van Aartsen

Foto`s en afbeelding: Peter van Aartsen

[1] Smederij D. de Geest & Zn, Molenweg 34 Bunnik [Hoofdfoto]

[2] Kadaster minuutkaart 1916 Bunnik

[3] Molenweg, meest rechts met puntgevel postkantoor [1905] RAZU cat. 55837

[4] Jacob Jan Roodvoets

[5] Adriana Roodvoets telefoonhoudster en haar zuster Hendrika Roodvoets brievengaardster

[1] Tussen Rijn en Lek 1967 - 3, Cees Dekker

[2] Mondelinge overdracht Dirk Hoogendoorn (achterneef J.J. Roodvoets) Bunnik

[3] Zo was het, zo is het.  Auteur: Arie van der Gaag, Bunnik,

[4] Odijk, Werkhoven Toen en nu. Auteur: Arie vd Gaag

© Tekst: Peter van Aartsen © Foto voorblad: Collectie mw. G.H.M. de Geest

Gerelateerde informatie


Foto’s





Reageren

Via onderstaand formulier kunt u een reactie achterlaten voor de auteur of de eigenaar van het item. (Dorpscanon Krommerijngebied)